Ik bad op de plaats van de verschijningen, voor de boom waar de Maagd altijd verschenen is zoals ook andere keren. Ze kwam en zei met een majestueuze stem:
Vrede, vrede, vrede! Mannen moeten bidden om God te vragen om Vrede!
De Heilige Maagd beweegde zich in de lucht en ging naar de plaats waar ze wil dat een kapel gebouwd wordt. Ze vroeg me drie kussen op de grond te geven ter dank aan God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest voor deze verleende genade. Vervolgens voegde ze eraan toe met haar vinger wijzend:
Neem deze stok en markeer ermee de plaats waar ik wil dat hier een kapel gebouwd wordt.
Ik deed wat ze van me vroeg. De Maagd wijsde met haar hand aan waar ik de plek moest markeren met de stok. Nadat alles gedaan was, sprak de Zalige Maagd tot degenen die bij de verschijning aanwezig waren:
Hier op deze plaats wil ik een kleine kapel gebouwd hebben ter mijn ere. Laat het volk zich haasten met dit verzoek van mij. Een verzoek dat rechtstreeks komt van mijn Zoon Jezus. Laat alles wat ik jullie in de laatste dagen heb verteld, in mijn hemelse waarschuwingen, in mijn moederlijke boodschappen, vervuld worden. Bidt het Heilige Rozenkransgebed. Bidt, bidt, bidt. Bid voor de vrede van de hele wereld en voor de bekeering der zondaars. Bid voor de Paus, de bisschoppen, de priesters en alle gewijde zielen. Ik ben de Koningin van de Wereld, de Koningin des Vredes en de Mystieke Roos. Ik zegene jullie allen: in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.
Ze zei ook over de kapel:
Voordat je de kapel betredt, neem je schoenen en sandalen van je voeten af, want deze plaats is gewijd door mijn moederlijke aanwezigheid en de aanwezigheid van mijn Goddelijke Zoon. Voor mij en mijn Goddelijke Zoon zijn allemaal gelijk.
Voordat jullie uw verzoeken aan me doen, bidt voor hen die het meest lijden, voor hen die vervolgd en misbruikt worden, en op deze manier zal God ook jullie gebeden horen.